Beeld en Brein® Coach
Vanuit persoonlijke interesse heb ik de opleiding Beeld en Brein® Coach gevolgd. Om mensen die te maken hebben met beelddenken (volwassene en kinderen) inzicht te geven in het waarom van hun anders denken.
Wat is beelddenken?
Beelddenkers denken in beelden en gebeurtenissen en niet in woorden en begrippen. We kunnen het ruimtelijk denken noemen.
Een simpele proef op de som:
Doe je ogen dicht en denk aan het woord: boom Wat zie je?
De meeste mensen zien dan de letters B-0-0-M voor zich.
Een beelddenker ziet echter een prachtige boom, met bruine stam, groene bladeren, wuivend in de wind.
Beelddenken is een fundamenteel andere manier van denken! Beelddenkers zijn visueel, maar daarnaast ook ruimtelijk ingesteld. Ze werken het liefst met hun ogen en hun opgedane ervaringen.
Luisteren is nooit hun sterkste kant. De ogen gaan voor de oren!
In één oogopslag overzien beelddenkers ingewikkelde situaties en brengen die met elkaar in verband.
Het ene beeld roept al weer een volgend beeld op. Dat kan leiden tot hoogst originele oplossingen waar een ander nooit opgekomen zou zijn. Nadeel van dit associatieve, snelle denken is wel dat beelddenkers vaak wat chaotisch overkomen.
Omdat beelddenkers in beelden denken en niet in taal, hebben ze moeite met de ‘vertaling’ naar de juiste woorden. Vaak hoor je ze dan ook praten in termen als: dinges, danges, je weet wel!
In hun hoofd zien ze het beeld, het plaatje, maar het bijpassende woord kunnen ze zo snel niet vinden. Ditzelfde zou kunnen gelden voor getallen.
Een beelddenker ziet bij het woord stoel de stoel in gedachten voor zich. Of de stoel nu achterstevoren of op zijn kop staat: het blijft een stoel.
Als ze de letters en hun klanken gaan leren, geeft dit problemen. Immers: een b is andersom opeens een d, en op zijn kop zelfs een p, maar voor een beelddenker blijft het een b.
Beelddenkers zijn snel afgeleid, want net als ze ergens mee bezig zijn, zien ze al weer iets nieuws om te doen. Dat laatste is wel eens lastig voor ouders. De opdracht: ‘doe je jas uit, ruim je tas op en kom naar de keuken om wat te drinken’is onmogelijk voor een beelddenker. Terwijl hij naar de opdrachten luistert, ziet hij het beeld van de jas aan de kapstok, de tas in de kast en het glas drinken in de keuken voor zich. Op het moment dat hij zijn jas uittrekt, denkt hij alles al gedaan te hebben en gaat rustig met zijn lego spelen.
De andere opdrachten lijken vergeten.
Ouders van beelddenkertjes zijn wel eens radeloos.
“Waarom luister je nou nooit?” is een veel gehoorde wanhoopskreet. Maar het is geen onwil, maar onmacht! Een simpele oplossing is om de opdrachten mondeling te laten herhalen. Het uitspreken van wat je moet doen helpt een beelddenker om beter te onthouden.
Ook op school kenmerkt de beelddenker zich door dit ‘afwezige’ gedrag.
Leerkrachten zeggen vaak:
Is dit kind nu dom of neemt hij mij in de maling?
Alle mensen worden als beelddenker geboren.
Immers, een baby kent nog geen woorden. Tot vier jaar zijn alle kinderen min of meer beelddenkers. Ze denken voor het grootste deel in beelden en gebeurtenissen. Langzaam ontwikkelt het taaldenken zich en wordt het beelddenken percentsgewijs wat kleiner.
Na het tiende jaar stopt dit proces. Er zijn mensen die dan een voorkeur blijven houden voor het beelddenken: de beelddenkers!
Tot het tiende levensjaar dus, kunnen er nog veranderingen optreden, kan men sturen en begeleiden. Hoe eerder beelddenken (h)erkend wordt, hoe beter het kind begrepen wordt… thuis en op school!
Tell a friend